vrijdag 5 februari 2016

Het Meisje en de Groene Steen

Het meisje sjokte door het bos.  Ze liep al heel lang en had ondertussen haar armen vol met alles wat ze onderweg had gevonden. Ze had een mand op haar rug gebonden, en ook die puilde uit van de vondsten: takjes, mos, noten, veren, steentjes, botjes van dieren.  Hoewel ze niet voor alles wat ze mee vervoerde een bestemming had, had ze toch alles opgeraapt en op haar rug geladen. En voordat ze op pad was gegaan, had ze ook al de nodige zaken in haar mandje zitten. Dit waren spullen, die ze er al eerder in had gedaan en waarvan ze het gevoel had dat ze nog van pas zouden kunnen komen.  
Op een gegeven moment kwam ze bij een gammele hangbrug, die eruit zag alsof hij zou breken als er ook maar een iemand een voet op zou zetten. Terwijl het meisje stond te bedenken hoe ze veilig de overkant kon halen, verscheen er een oude man. Hij vertelde haar dat, om zonder kleerscheuren over de brug te komen, ze een deel van haar bagage moest achterlaten. 
Dit was voor het meisje een lastige taak: wat liet ze aan deze kant? Wat hield ze? De wijze man zag hoe haar gedachten in haar hoofd over elkaar heen buitelden en stak zijn hand in zijn zak. Hieruit haalde hij een kleine, gladde steen en gaf deze aan het meisje. Hij vroeg haar of ze wist wat het was? Het meisje bestuurde de steen: hij was groen en er zaten allemaal laagjes en cirkels in. De man vertelde haar, dat dit een heel kostbare steen was, die haar zou helpen om oude dingen los te laten, zodat ze verder op haar pad kon en veilig naar de overkant van het ravijn kon reizen. Het enige wat ze hoefde te doen, was met de steen in haar handen te gaan zitten en haar hoofd leeg te maken. 
De man liet het meisje plaatsnemen op een mooie grote kei en liet haar alleen met de steen, zodat het zijn helende werk kon doen.


©GienbyGien


Geen opmerkingen:

Een reactie posten