“Waarom moet het nou
zo ingewikkeld?” Dat was wat ik mij afvroeg. Waarom bouwen we toch zoveel verdedigingsmechanismen
en rookgordijnen op, die zowel anderen als onszelf ver uit de buurt houden van
onze kern. Want in essentie zijn we liefde, toch? En willen we niet allemaal
lief zijn en vooral, lief gevonden worden? Waarom doen we dan toch zo ingewikkeld
en zijn we niet gewoon wie we zijn? Terwijl ik wat zit te peinzen en te kleuren,
verschijnt er voor mijn geestesoog een lichtbolletje. Het wil mij vertellen hoe
het zit. Het antwoord blijkt reuzesimpel…..
Het bolletje is
speels en liefdevol, en rolt vrolijk alle kanten op. Laten we hem voor het
gemak Lucius noemen. In het licht van
Lucius gaat de energie van de ziel schuil, zo vertelt een heldere stem mij. Zijn
thuis is een plek vol licht en liefde waar alles een is en waar iedereen van
elkaar houdt. Omdat alles daar een is, en alles ook samen een bewustzijn heeft,
kun je hier als ziel niets bijleren, alleen maar op je lauweren rusten. Als je
wilt leren, mag je naar de aarde.

Dit lichtbolletje
en de anderen die willen leren met hem, zullen dapper moeten zijn: om te kunnen
leren moeten zij hun liefdevolle en vredige thuishaven verruilen voor een
plaats waar niet alleen licht maar ook duister is. Hun reis leidt hen naar een
plek waar veel zielen überhaupt het licht waar ze vandaan komen zijn vergeten.
Wanner Lucius dan
toch de stap naar de aarde waagt, zal hij daar mooie ervaringen op doen waar zijn
ziel een les uit zal trekken en door zal mogen groeien. Omdat het leven hier op
aarde de vorm heeft van mens zijn en een mens zich in eerste plaats
manifesteert als ego, besteedt Lucius pakweg
de eerste 30 jaar van zijn leven grotendeels aan het veroveren van zijn plek in
de wereld. Net als veel andere mensenkinderen, heeft Lucius er voor gekozen om
de verbinding met boven te verbreken. Hij heeft al snel door, dat als je vanuit
die lijn werkt, mensen lang zo aardig niet zijn. Het bevalt hem dan ook beter om
de verbinding voor gezien te houden. In plaats daarvan stort Lucius zich op de
dingen die anderen ook belangrijk vinden. Dat houdt in, dat hij voornamelijk
bezig is met het krijgen van een diploma, een baan, een huis, een partner, etc.
Tijdens dit proces zal hij verder en
verder verwijderd raken van zijn kern, omdat hij als mens in zijn jonge jaren
voornamelijk wordt afgewezen op dat wat hij in zijn hart meedraagt. Omdat de acceptatie en liefde van mensen in
zijn omgeving zo belangrijk voor hem als mens is, leert hij zich gedrag aan dat
goedkeuring en acceptatie tot gevolg heeft.
Pas wanneer zijn
materiële huis goed en wel staat, krijgt Lucius de ruimte om eens na te denken
over de vraag of dit het nu is in het leven? Wat komt hij eigenlijk doen? Heel
in de verte hoort hij zijn ziel roepen. Hij merkt dat hij heel ver is
afgedreven van wat hij eigenlijk echt zou willen. Daarom begint hij met het
onderzoeken van zijn gedrag: “Wat doe ik
eigenlijk en waarom? Is dit wat ik echt wil en waarom heb ik dit mij eigenlijk
zo aangeleerd?” Hij leert dat hij dit alles heeft gedaan uit overlevingsdrang
en uit hunkering naar liefde en acceptatie van de ander. Maar eigenlijk maakt
het hem zelf helemaal niet gelukkig! Gaandeweg pelt Lucius de laagjes van zijn
kern en ont-wikkelt hij zijn ziel uit de lappen en knopen die de ervaringen van
zijn leven hem gebracht hebben.
“Zie je?” Vraagt de heldere stem mij, “zie je dat het zo
moet zijn? Dat het een niet zonder het ander kan? De ziel heeft het ego nodig
om te kunnen leren. Zonder ego geen mensenleven. En de verdedigingsmechanismen
en rookgordijnen waar jij nu zo tegen aan loopt te schoppen, zijn eigenlijk
jouw zielenlessen. Ze vormen jouw puzzelstukjes. Als je er de puzzel mee kunt
leggen, die jouw leven is, dan heb jij jouw les geleerd en dat is iets waar je
je hele mensenleven over mag doen.”
En het enige dat
ik kon zeggen was “namasté”. ..
©GienbyGien